In ‘Een
schitterend gebrek’ heeft Arthur Japin gebruik gemaakt van een ik- vertelinstantie,
in ‘De schilder en het meisje’ heeft Margriet de Moor gebruikt gemaakt van een
auctoriale vertelinstantie.
Voor mij was de
ik- vertelinstantie prettig om te lezen. Je kijkt door de ogen van Lucia en
daardoor krijg je een veel beter beeld van haar.
Je merkt dat Lucia
bepaalde, soms niet nuttige dingen opmerkt, en aan andere, misschien wel
belangrijke dingen, verder geen aandacht geeft. Dit zegt wat over haar persoonlijkheid.
Ook begrijp je haar beter en het haar gedachtes zetten je aan het denken. Wat
zou ik hebben gedacht of gedaan in haar situatie? In het begin begrijp je
niet dat ze zo weinig moeite heeft met de prostitutie waarin zij moet werken,
maar doordat je haar gedachtes ‘hoort’ begrijp je dat snel.
Bij dit verhaal
vind ik een ik -vertelinstantie goed passen, hier is het fijn lezen als je weet
wat ze voelt. Bij ‘De schilder en het meisje’ zou het al veel minder prettig
zijn, aangezien het meisje in het fragment de doodstraf krijgt. Hier is goed
gekozen voor een auctoriale vertelinstantie. Je houdt toch een soort van
afstand. Als hier was gekozen voor een ik- vertelinstantie was het al snel een
naar verhaal geworden, en ik denk niet dat dat de bedoeling was van dit boek.
Toch gaat mijn
voorkeur in de meeste gevallen uit naar een ik -vertelinstantie, omdat de
boeken die ik lees niet erg eng zijn. Ik vind dat in deze twee fragmenten goed
is gekozen voor de vertelinstanties.
Je hebt voor beide vertelsituaties goede argumenten gegeven, die ik ook wel vind kloppen in de meeste gevallen. Bij een auctoriale vertelinstantie wordt inderdaad meer afstand gehouden. Maar een auctoriale vertelinstantie kan naar mijn mening ook goed gebruikt worden in boeken die niet eng zijn, je had je keuze voor de ik-vertelsituatie wel iets beter mogen beargumenteren. Verder prima gedaan.
BeantwoordenVerwijderenGoed aan de opdracht gehouden Nicole :) Je geeft een duidelijke uitleg en ik kan geen schrijffouten ontdekken. Af en toe vind ik dat een zin niet helemaal lekker loopt, maar wie heeft dat nou niet? (behalve meneer Kroon natuurlijk(slijmslijm)) Ik snap de uitleg waarom bij het boek 'De schilder en het meisje' de ik-instantie niet goed zou zijn niet helemaal. Voor de rest een goed stuk!
BeantwoordenVerwijderen