dinsdag 29 januari 2013

Why I love this book: 'Een tafel vol vlinders'


Het boekenweekgeschenk ‘Een tafel vol vlinders’ van Tim Krabbé is een dun boekje.
90 pagina’s welgeteld. Dit betekent niet dat Tim Krabbé er een makkelijk en saai verhaal van heeft gemaakt; juist met weinig woorden maakte Krabbé een mooi boek.

‘Een tafel vol vlinders’ gaat het eerste gedeelte van het boek over een man die een zoon heeft die niet echt zijn zoon is.
Dit houdt in dat de man, Fred, een relatie heeft gehad met de moeder van de jongen, Bram. Brams vaders heeft toen Bram heel jong was zelfmoord gepleegd. 
Nadat Fred en de moeder van Bram uit elkaar zijn gegaan wil Fred Bram graag blijven zien.
In een korte tijd bouwen zij een bijzondere band op, maar hoe ouder Bram wordt, hoe moeilijker het voor Fred wordt om Bram bij zich te houden.

In het tweede gedeelte van het boek lees je hoe Bram zich door een moeilijke tijd heen worstelt. Hij wil graag onafhankelijk zijn, niet zoals de rest, hij wil niet ‘confectie’ zijn, zoals hij en Fred dat noemen. Tegelijkertijd wil hij ook dat er van hem gehouden wordt, maar dat gaat moeilijk, vindt hij, als je ook onafhankelijk wilt zijn.

Omdat het thema van het boek, vaderliefde voor een jongen die niet de zoon is, weinig is gebruikt wordt het al snel een origineel verhaal dat je aan het denken zet. Ook de titel nodigt uit om te lezen, er is geen enkel woord dat iets zou kunnen verraden over de inhoud van het boek. Bij het lezen van een boek vind ik het persoonlijk prettig dat alles in een boek vrij onvoorspelbaar is, dit houdt het verhaal spannend.

De karakters werken hier ook in mee.
Vooral van Bram snap je niet veel, terwijl hij toch iets heel charismatisch heeft. Ik vind het leuk en knap van Krabbé dat hij een karakter kan schrijven die deze beide eigenschappen heeft.  Het mooie van het verhaal is, is dat het juist fijn is dat je niets van Bram snapt. Hij is ongelooflijk op zoek naar zichzelf, probeert op allerlei manieren gelukkig te worden en dit zijn soms vrij bizarre manieren. Dat jij niet snapt hoe hij zo gelukkig wil worden maakt niet uit, want het maakt je niet uit hoe maar dat Bram gelukkig wordt, je gunt het hem heel erg. De onzekerheid van Bram maakt hem erg charismatisch.

 Fred is juist het tegenovergestelde, niet onzeker, hij hoeft niet persé te weten wat hij morgen doet, hij kijkt wel wat de dag brengt. Hij heeft zijn leven prima op orde en hoeft niet persé verandering. Bram wil graag gaan reizen om zichzelf te ontdekken, terwijl Fred Bram juist bij zich wil houden. De twee personen maken allebei een ontwikkeling door waarbij Bram ontdekt dat hij al is wat hij wil zijn, en Fred juist ontdekt dat hij Bram moet loslaten om nieuwe ervaringen op te doen. Beide vinden ze de ontwikkeling heel moeilijk en voor Bram heeft dit dan ook verschrikkelijke gevolgen. Met veel details en beschrijvingen wordt het een luchtig boek met een lastig conflict.

 Tim Krabbé heeft zonder een hoge inzet bijzondere personen neergezet. Er zijn geen buitensporige karakters in het verhaal, maar met stereotypen en een beetje vreemde karaktertrekken weet hij toch een boeiend en meeslepend verhaal te vertellen.

Kortom: ‘Een tafel vol vlinders’ is een mooi en boeiend verhaal dat op een prettige manier is geschreven en je laat nadenken of jouw leven wel zo is zoals je wilt. Tim Krabbé heeft iets moois van het boekenweekgeschenk gemaakt met een heleboel punten die het boek een bestseller zouden kunnen maken.






dinsdag 15 januari 2013

Verwerkingsopdracht 1; Omslagen


‘Red ons, Maria Montanelli’

Bij de omslag van dit boek is gebruik gemaakt van felle kleuren. De achtergrond is knalblauw, de titel staat er in dik gedrukte letters voor. De naam van de auteur is in een wat minder fellere kleur getypt, zijn naam staat er in een soort mosgroene kleur.
In het midden staat twee grote, wat viezige, All-stars.
Eerlijk gezegd vond ik dit een best vreemde omslag. In mijn ogen komt dit verhaal over alsof het al wat langer gelden is, en dan zou ik voor de omslag kleuren kiezen die er wat minder uitspringen. Ook het dikke lettertype vraagt om nog meer aandacht, terwijl er juist in dit boek een geheim schuilt. De All-Stars die veel aandacht trekken vind ik grappig. Het heeft iets geheimzinnigs, net alsof die smerige schoenen iets verborgen houden over wat er gaat gebeuren. Ze eisen wel veel aandacht op doordat ze midden op de omslag staan, waardoor je je nog meer gaat afvragen wat ze daar doen.  De omslag trekt wel de aandacht, wat handig is voor de verkoop van het boek.

 

‘Vast’ Ton Anbeek

Dit vond ik niet zo’n mooie omslag. De letters van de titel  zijn schuin over de bladzijde gezet, waardoor je al best goed moet kijken om de titel te lezen. Dan zijn de letters ook nog dikke witte , legovorm, blokachtige letters die het nog lastiger maken om de titel goed te lezen. De titel vind ik wel goed bij het verhaal passen, ze hebben iets opstandigs wat Ronnie, de jongen die vastzit, ook heeft. De kleur van de achtergrond is rood, waardoor de witte letters er uitspringen. De naam van de auteur staat er klein in het zwart naast, het is niet heel goed te zien wie het boek geschreven heeft. Ik vind het zeker een minder leuke een grappige omslag dan van ‘Red ons, Maria Montanelli’.

 
Wat voor mij belangrijk is voor een omslag, is dat het een goed de sfeer van het boek weergeeft. Vooral bij ‘Vast’ van Ton Anbeek vind ik goed gelukt, maar het is geen goede voorkant om te verkopen. Het is te onduidelijk en spreekt niet aan.
Bij ‘Red ons, Maria Montanelli’ is dat wel, maar ik vind niet dat de voorkant de sfeer van het boek weergeeft.

 

 

Verwerkingsopdracht 2; Vertelinstanties


In ‘Een schitterend gebrek’ heeft Arthur Japin gebruik gemaakt van een ik- vertelinstantie, in ‘De schilder en het meisje’ heeft Margriet de Moor gebruikt gemaakt van een auctoriale vertelinstantie.
Voor mij was de ik- vertelinstantie prettig om te lezen. Je kijkt door de ogen van Lucia en daardoor krijg je een veel beter beeld van haar.

 

Je merkt dat Lucia bepaalde, soms niet nuttige dingen opmerkt, en aan andere, misschien wel belangrijke dingen, verder geen aandacht geeft. Dit zegt wat over haar persoonlijkheid. Ook begrijp je haar beter en het haar gedachtes zetten je aan het denken. Wat zou ik hebben gedacht of gedaan in haar situatie? In het begin begrijp je niet dat ze zo weinig moeite heeft met de prostitutie waarin zij moet werken, maar doordat je haar gedachtes ‘hoort’ begrijp je dat snel.

Bij dit verhaal vind ik een ik -vertelinstantie goed passen, hier is het fijn lezen als je weet wat ze voelt. Bij ‘De schilder en het meisje’ zou het al veel minder prettig zijn, aangezien het meisje in het fragment de doodstraf krijgt. Hier is goed gekozen voor een auctoriale vertelinstantie. Je houdt toch een soort van afstand. Als hier was gekozen voor een ik- vertelinstantie was het al snel een naar verhaal geworden, en ik denk niet dat dat de bedoeling was van dit boek.

Toch gaat mijn voorkeur in de meeste gevallen uit naar een ik -vertelinstantie, omdat de boeken die ik lees niet erg eng zijn. Ik vind dat in deze twee fragmenten goed is gekozen voor de vertelinstanties.